Startopdracht – vóór video 1

Laat de leerlingen tekenen waar mensen bang voor kunnen zijn:
Zelfstandige optie: laat de leerlingen zelfstandig tekenen (eventueel op het bijbehorende werkblad)
Klassikale optie: bespreek en teken samen op het bord waar mensen bang voor kunnen zijn

 

Tussenopdracht – vóór video 2

Zelfstandige optie: laat de leerlingen tekenen hoe zij denken dat de hersenen eruit zien (eventueel op het bijbehorende werkblad)
Klassikale optie: bespreek/teken samen op het bord hoe de hersenen eruit zien

Tussenopdracht – vóór video 3

Staan/zitten: Vraag de kinderen om te gaan staan (of hun vinger op te steken) als ze dit doen als ze bang zijn:

  • Gillen
  • Wegrennen
  • Verstoppen
  • Er niet naar kijken
  • Er juist de hele tijd naar kijken
  • Naar je vader, moeder, meester of juf toe rennen

Verwerkingsopdrachten

    • Drama-opdracht: Vraag de leerlingen om verschillende emoties uit te beelden.
      • Eerst alleen met het gezicht, daarna met het hele lijf.
      • Eerst makkelijke emoties: bang, boos, blij, verdrietig
      • Daarna moeilijkere emoties: schaamte, jaloezie, walging
      • Bespreek aan het einde met elkaar wat moeilijk/makkelijk was om uit te beelden (en waarom?)
    • Emotie-doorgeef-spel: Zet de leerlingen in twee rijen in de klas, iedereen kijkt richting het bord. Laat de achterste leerlingen (1 uit elke rij) zich omdraaien en doe als leraar een emotie voor met je gezicht. De leerlingen gaan weer achter hun eigen rij staan en tikken de leerling voor hen op de schouder. Die leerling draait zich om en dan doet de achterste leerling de emotie voor. De leerling draait terug en doet het bij de volgende voor, tot de voorste leerling van de rij is bereikt. De voorste leerlingen doen de emotie voor: is het goed doorgegeven?
      • Eerst makkelijke emoties: bang, boos, blij, verdrietig
      • Daarna moeilijkere emoties: schaamte, jaloezie, walging
    • Filosofisch gesprek over het (teveel) hebben van emoties
      • Bang zijn is één emotie, maar er zijn er veel meer zoals boos en blij.
      • Waarom zijn emoties goed?
      • Wat gebeurt er als je teveel emoties hebt?
      • Wat kan je doen als je teveel emoties hebt?