Startopdracht – vóór video 1

Laat de leerlingen een video of moodboard maken over situaties waarin ze zich goed kunnen concentreren.

Tussenopdracht – vóór video 2

Brainstorm met elkaar hoe je zou testen of iemand last heeft van concentratieproblemen.

Tussenopdracht – vóór video 3

  • Filosofisch gesprek: Als je een knop had waarmee je 100% van je concentratie zou kunnen activeren (maar daarna niet meer), wanneer zou je dan op die knop drukken?
  • Mindmap: Op welke momenten van de dag moet je je concentreren?

Verwerkingsopdrachten

  • Onderzoek: Onderzoek met de leerlingen hoe jullie concentreren makkelijker kunnen maken in de klas.
    • Laat de leerlingen eerst met verschillende voorbeelden komen die goed kunnen zijn voor concentratie.
    • Vraag de kinderen dan per voorbeeld voor wie dit zou helpen (bijv. hand opsteken) en hou dit bij.
    • Zo kunnen jullie inzichtelijk maken wat helpt voor de meeste kinderen en dat misschien eens uittesten en evalueren of het heeft geholpen.
  • Gymles: Doe verschillende yoga-oefeningen met de kinderen (bijv. via YouTube).